De Vlaamse Regering heeft vrijdag de principiële beslissing genomen tot definitieve vaststelling van het Projectbesluit Noord-Zuid Limburg – Fase 1. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Annick De Ridder en Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns spreken van een cruciaal moment in het dossier. “Na het gunstig advies van de Europese Commissie van vorige week, komt de realisatie van de tunnels onder de Grote Baan met deze nieuwe mijlpaal weer een flinke stap dichterbij”, aldus minister De Ridder. Minister Brouns vult aan: “Dit is een bijzonder belangrijk project voor de mobiliteit en de economische ontwikkeling van onze provincie. Limburg heeft er lang op moeten wachten, maar de einder is in zicht dankzij breed en goed overleg. Iedereen moet zich nu achter het project kunnen scharen. Handen aan de ploeg nu.”
Minister De Ridder: “De Vlaamse Regering heeft de principiële beslissing genomen tot definitieve vaststelling en vraagt daarover advies aan de Raad van State. Daarna kan de Vlaamse Regering het Projectbesluit NZL – Fase 1 definitief vaststellen. De beslissing komt er nadat eerder ook het gunstig advies van de Europese Commissie werd ontvangen. Die bevestigde dat de gekozen oplossing de minste impact heeft op waardevolle natuurzones, en dat waar er toch impact is, correct wordt gecompenseerd. “Dat Europese advies was onmisbaar om dit project verder te kunnen brengen”, aldus minister Brouns. “Het bevestigt dat onze aanpak juridisch robuust is.”
8,8 km vernieuwde hoofdweg, 3,8 km tunnels
De plannen omvatten een ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) met de nodige herbestemmingen en de omgevingsvergunning voor de realisatie van de hoofdinfrastructuur van de Noord-Zuid in Houthalen-Helchteren. Het gaat om in totaal 8,8 km vernieuwde Vlaamse Hoofdweg (N74), waarvan 3,8 km via twee tunnels onder de Grote Baan in Houthalen-Helchteren, op het belangrijke Europese transportnetwerk (TENT). Daarnaast bevat het omvangrijke dossier ook een nieuw aansluitingscomplex met de snelweg E314, verschillende op- en afritcomplexen, aansluitingen op de lokale wegen, 9 nieuwe wegbruggen, 17 km nieuwe fietsinfrastructuur, 5 fietsbruggen en tunnels, 1 ecoduct en een paar kleine ecopassages, en 5 technische dienstgebouwen voor de tunnels. Ook de noodzakelijke natuurmaatregelen en -compensaties zitten mee in het dossier.
Limburgs gouverneur Jos Lantmeeters, die het project al jaren van nabij opvolgt als procesbegeleider, is zeer tevreden met deze stap: “Dit is een project van bovenlokaal belang dat in de hele regio diep verankerd is. Dat hier eindelijk een duurzame mobiliteitsoplossing komt, is absoluut noodzakelijk. De principiële beslissing van de Vlaamse Regering over het projectbesluit is dan ook een belangrijke mijlpaal. De intense dialoog met alle partners en belanghebbenden werpt zijn vruchten af.”
Uitvoering in publiek-private samenwerking
De Vlaamse Regering besloot in mei 2024 om Noord-Zuid Limburg uit te voeren als een DBFM. Dat is een speciaal type contract van nauwe publiek-private samenwerking (PPS) dat vaak bij grote infrastructuurprojecten wordt toegepast. Het doel is de expertise en ervaring van de private markt maximaal in te schakelen. DBFM betekent dat één privaat consortium het project niet alleen zal ontwerpen (Design) en bouwen (Build), maar ook verantwoordelijk is voor de financiering (Finance) en het onderhoud van de nieuwe infrastructuur gedurende dertig jaar (Maintain).
De Werkvennootschap nv, zet als projectorganisatie vanuit het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken de lopende DBFM-procedure verder via een “concurrentiegerichte dialoog”. De huidige beslissing van de Vlaamse Regering, die ook een omgevingsvergunning borgt, geeft een nieuw en duidelijk perspectief naar uitvoering toe en dit bevordert de mededinging op de markt.
Timing blijft behouden
Minister De Ridder legt uit: “We verwachten dat het sterke dossier en de duidelijkheid die er nu is, met de beslissing die we nu nemen met de Vlaamse Regering, zullen leiden tot meer interesse vanuit de markt. Meer mededinging betekent meer garanties op een betere prijsvorming én op kwaliteit in de uitvoering. De timing om de werken te kunnen starten blijft behouden op 2027, nadat we de dialoogfase kunnen afronden en het DBFM-uitvoeringscontract kan worden beslist door de Vlaamse Regering.”
De timing naar uitvoering toe wordt thans bepaald door de procedures voor verwervingen en innames van gebouwen en terreinen die nodig zijn binnen dit project. Er moeten een 150-tal gebouwen ingenomen waarvoor reeds 110 aktes werden verleden voor een bedrag van 125 miljoen euro. Dezelfde beslissing nu van de Vlaamse Regering zal de nodige zekerheid bieden om voor de resterende percelen en gebouwen de aankoop minnelijk te kunnen uitvoeren of tot onteigening over te gaan.
Een gedragen project
Tegelijk werkt het projectteam dit jaar ook de plannen voor de publieke ruimte boven op de tunnels verder uit. Daarnaast zullen de plannen voor de trambusverbinding tussen Hasselt en Noord-Limburg steeds meer vorm krijgen. Ook hiervoor rekent het projectteam op de inbreng uit de omgeving om tot een breed gedragen oplossing te komen.
Kasteel Ter Dolen: minimale inname park
De geplande werken aan de N74 hebben ook een impact op het beschermde cultuurhistorische landschap Kasteel Ter Dolen in Houthalen-Helchteren, want er moet een klein stukje van het kasteelpark ingenomen worden. Het gaat slechts om enkele meters aan de westgrens van het domein, maar het betekent wel dat de Vlaamse Regering de bescherming gedeeltelijk moet opheffen.
“Natuurlijk blijven we ‘fier op dat van hier’ en dus ook heel fier op Kasteel Ter Dolen. Maar als het gaat om slechts enkele meters van het park – zonder uitgesproken erfgoedkenmerken – dan gaan we pragmatisch om met beschermingen”, zegt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts. “Dit is een zaak van algemeen belang. Het ontwerp heeft bovendien maximaal mogelijk met het cultuurhistorische landschap”.